Enkele gedichten
Verboden dans
Ribben knetteren als vuursteen
Haar draait rond als stro
Ogen strelen om te zuigen
Het bekken is de brandhaard
Waarvoor men moet buigen
Ritme wordt gebaard
Heupen slaan met vonken
Kralen zwepen op
Kwelling is een dans
Ritmes sleuren
Geven geen verdere kans
Om nog binnen lijntjes te kleuren
Opstaan
Hangende mist sleept de dag
Boven het meer van weemoed
Weeë lucht vol zelfbeklag
Spoken trekken in rond in stoet
Kwelling duikt naar boven
Ze hapt naar lucht
Verdwijnt tussen de dampende kloven
De zon zucht
Een straal prikt de waas
Dampen stijgen naar het licht
Het voelen is nog dwaas
De morgen is in zicht
Ster in de war
Zoekend naar licht
Blik lichtjes verstard
Gemoed van groot gewicht
Alleen in de nacht
Ijle sferen, vreemde kronkels
Uit het niets naar wat geen weet
Van wat niet klonk
Van wat er niet toe deed
Naar het gezochte
Puin raast voorbij
Ziet geen smart
Vraagt aandacht
Een ster niet langer verward
“Licht is in mij”
Vuurvliegverzen
Zoals een vuurvlieg in het donker
Indrukken vliegen rond
Maken spinsels die lonken
Leggen woorden in een mond
Gedachten voorheen verzonken
Woorden bij ochtendstond
De nacht bracht vonken
Een vers is rond
Zoete Erfzonde
In het woud van verlangen
Groeit wellust aan een boom
Kolkt de rivier Drift
Eden kent geen schroom
Kronkelende slangen
Over ruwe rotsen
Vloeit lava in een grot
Onschuld wordt bedolven
Verbrand door genot
Aardplaten botsen
Spanning vult de lucht
Bliksem voedt het vuur
Schichten ontsteken
Ontketenen de natuur
Van de verboden vrucht